Op de heuvels van de stuwwal stroomt al vele jaren ook oppervlakte water naar beneden. Het regenwater dringt natuurlijk voor een deel de bodem in en verzamelt zich op de ondoordringbare leemschollen. Waar deze lagen aan het oppervlak komen, treedt het water uit en ontstaat een er plek met kwel, een bron. Daarom komen er in dit gebied zoveel waterstroompjes voor.
Als er tijden zijn, waarop de heuvels onvoldoende begroeit zijn, stroomt het regenwater voornamenlijk oppervlakkig af en veroorzaak erosie. Er ontstaan dan dit type v-vormige geulen.