De wilgen in dit bos waren allemaal ongeveer even oud. Dat in combinatie met de begrazing door de vele wilde Konik paarden maakte het bos vatbaar voor een storm, zeker toen er al een aantal bomen omgevallen waren. Om een natuurlijke omgeving te behouden ruimt Staatsbosbeheer het dode hout niet op. Allerlei insecten vinden hun thuis onder de schors van dood hout en in het dode hout zelf. Het lijkt grijs en dood, maar in werkelijkheid is het een wildernis die wemelt van het leven.
Door de vraat van de 1100 konik paarden, 200 reeën en 4000 edelherten krijgen jonge scheuten voor een nieuw wilgenbos weinig kans.