Proeven in het waterloopkundig laboratorium hadden meestal een lange looptijd. Eerst werd het model gebouwd en werd alle zand en steenslag op de juiste plaatsen neergelegd. Dan werden de sluizen geopend om de bassins vol te laten lopen met water voor een zogenaamde nulmeting. Dit was om te bekijken of het model goed functioneerde. Vervolgens werden de golfmachines gestart en werd een stevige storm die soms wel tot twee weken aaneen duurde gesimuleerd. Om de golfmachines te bedienen en golfpatronen over een langere tijdsperiode vast te kunnen leggen waren controle gebouwtjes nodig, waarin de meetapparatuur stond opgesteld. Hier vind je de fundamenten van zo'n controle huisje; de huisjes zelf waren van hout, de basis was van baksteen zodat het hout de grond niet raakte en niet klam en rot werd.