In het Deelerwoud zijn bepaalde stukken niet toegankelijk voor wandelaars. Het zijn de rustgebied voor herkauwers, als herten en reeën. Zij hebben geen enzymen, die plantenresten kunnen afbreken; ze gebruiken voor dit doel bacteriën, die het afbreken van die plantenresten tijdens de spijsvertering wel voor elkaar krijgen. De dieren krijgen die bacteriën binnen door het eten van aarde.
Bij het herkauwen vindt eerst een gistingsproces plaats. Het voedsel komt vanuit de slokdarm in de pens van het dier, de eerste van de vier magen waar het voedsel doorheen moet. Als het voedsel door de bacteriën in de pens de juiste consistentie heeft, komt het de volgende maagkamer in en wordt daar tot een soort bal gekneed. Hierna braakt het dier de bal op, die dan in de bek wordt fijngemalen en vermengd met speekselenzymen. Dit proces heet herkauwen.
Na het kauwen gaat de spijsbal door naar de derde maag, die de bal verder kneedt. Hier gaat het bijna afgebroken voedsel over in de vierde en eigenlijke maag, de lebmaag, een zure omgeving die bacteriën doodt. Het dier neemt hier de eiwitten op die de bacteriën tijdens dit proces hebben aangemaakt.
Bij het herkauwen vindt eerst een gistingsproces plaats. Het voedsel komt vanuit de slokdarm in de pens van het dier, de eerste van de vier magen waar het voedsel doorheen moet. Als het voedsel door de bacteriën in de pens de juiste consistentie heeft, komt het de volgende maagkamer in en wordt daar tot een soort bal gekneed. Hierna braakt het dier de bal op, die dan in de bek wordt fijngemalen en vermengd met speekselenzymen. Dit proces heet herkauwen.
Na het kauwen gaat de spijsbal door naar de derde maag, die de bal verder kneedt. Hier gaat het bijna afgebroken voedsel over in de vierde en eigenlijke maag, de lebmaag, een zure omgeving die bacteriën doodt. Het dier neemt hier de eiwitten op die de bacteriën tijdens dit proces hebben aangemaakt.